De beste maanden voor zonnepanelen

In de lentemaanden maart en april worden de dagen weer langer. In mei presteren zonnepanelen vaak op hun best. De opbrengst uit zonnepanelen in de lente (maart-mei) is goed voor 33% van de jaaropbrengst. 

Zonnepanelen presteren het beste met veel daglicht, maar iets minder goed bij warme temperaturen. Zonnepanelen presteren daarom goed in het voorjaar. Koele, zonnige dagen in mei zijn vaak het beste qua opbrengst van de panelen.  

De zomermaanden leveren door de hoge stand van de zon en de overvloed aan het directe zonlicht veel stroom op. Gemiddeld wordt ongeveer 37% van de totale jaaropbrengst van zonnepanelen in de zomer (jun- aug) gegenereerd. 

De zomer is ook warmer. Door de hitte in de zomer leveren de zonnecellen wat minder efficiënt stroom op, wat resulteert in een lagere zonnepanelen opbrengst dan op een koele lentedag.

In de herfstmaanden sep-nov wekt u 20% op van uw jaaropbrengst. Het is vaker wisselvallig en bewolkt weer. Een beetje extra regen is niet erg, want hierdoor spoelt stof en resterend vuil weg en zo blijven uw panelen stralend schoon. De zon heeft een wat lagere stand aan de hemel. Dit heeft een merkbare invloed op de opbrengst van uw zonnepanelen. De zonnepanelen kunnen wederom optimaal profiteren van koelere temperaturen, hetgeen de stroomproductie bevordert. 

Naarmate de wintermaanden naderen, worden de dagen korter en staat de zon steeds lager aan de hemel. Deze lagere positie kan aanzienlijke schaduw veroorzaken, wat resulteert in schaduw op een zonnepaneel en een verminderde opbrengst van de zonnepanelen. In de winter is schaduw echter veel minder erg.

Met slechts 10% van de totale jaaropbrengst in de wintermaanden (dec-feb) is de winter het seizoen waarin zonnepanelen de minste stroom genereren.  

Voor een beetje schaduw als de zon laag staat, bijvoorbeeld in de ochtend, middag of in de winter, hoeft u niet meteen te kiezen voor een veel duurdere parallelschakeling. 

Onze experts maken schaduwberekeningen met geavanceerde software en apparatuur. Zo houden we rekening met de stand van de zon en schaduwwerking gedurende het hele jaar. 

Wilt u goed advies of weten welke mythes er rondgaan over zonnepanelen, lees dan onze pagina ‘top 10 mythes over zonnepanelen’. 

De omvormer vereist een specifieke spanning om op te starten. De omvormer start met werken, zodra de zonnepanelen voldoende stroomspanning leveren. 

Als deze minimale spanning niet wordt behaalt door onvoldoende licht, schakelt hij automatisch uit. Met minder zonnestraling schakelt de omvormer in de winter soms eerder uit, vooral omdat het in de winter eerder donker wordt. Hierdoor wordt de benodigde opstartspanning niet behaald. 

Overdimensioneren van de omvormer betekent kiezen voor een slag kleinere omvormer. Uw omvormer heeft dan 10-20% lager vermogen dan het piekvermogen van de panelen. Dit klinkt tegenstrijdig, maar het is een bewuste keuze. Het voordeel is dat u meer stroom opwekt met lage lichtcondities en dat komt gedurende het jaar in Nederland veel vaker voor.